Afdruk

Bibliografische gegevens van de Deutsche Nationalbibliothek:

De Deutsche Nationalbibliothek vermeldt deze publicatie in de Deutsche Nationalbibliografie; gedetailleerde bibliografische gegevens zijn beschikbaar op het internet op www.dnb.de.

© 2019 Josef Bergt

https://www.bergtlaw.li/ | https://www.bergtlaw.at/ | https://bergt.tax/

Productie en publicatie: BoD - Books on Demand GmbH, Norderstedt

ISBN: 978-3-7519-1302-7

1e uitgave mei 2020 (Machinevertaling in het Nederlands)

"Verbeelding zal ons vaak meenemen naar werelden die er nooit geweest zijn.

Maar zonder dat gaan we nergens heen."1


1 Carl Sagan (1934 - 1996), astronoom, kosmoloog, astrofysicus, astrobioloog, televisiepresentator, non-fictieschrijver, schrijver.

Voorwoord / Bevestiging

"Geen enkel schuldgevoel is dringender dan een bedankje."2

Mijn eerste dank gaat dan ook uit naar mijn begeleiders, medestudenten, collega's en medewerkers, die mij de afgelopen jaren herhaaldelijk hebben begeleid op nieuwe wetenschappelijk vruchtbare thematische wegen met verrijkende tips en bijdragen aan discussies.

Ik wil ook van de gelegenheid gebruik maken om mijn ijverige en geduldige correctoren te bedanken en alle personen die hier niet expliciet zijn genoemd.

Mijn ouders, broers en zussen en mijn collega's nemen in alle opzichten een uitstekende positie in. Mijn speciale dank gaat uit naar hen.

Gams / Vaduz / Ranggen, in november 2019

Josef Bergt

PS: Maar ik bekijk het huidige werk met enige trots en hoop enerzijds dat ik nooit moe word van het wetenschappelijke debat en anderzijds roep ik iedereen op of nodig ik uit om de stellingen die in dit document worden voorgesteld empirisch te vervalsen of te verifiëren; alleen op die manier kan een validatie in de zin van de wetenschappelijke methode worden bereikt en ik kijk uit naar een eventueel verder wetenschappelijk discours.


2 Hoewel dit citaat deels wordt toegeschreven aan de Romeinse redenaar en staatsman Marcus Tullius Cicero (106 - 43 v.Chr.), is het waarschijnlijk van onbekende oorsprong door het ontbreken van begrijpelijke verwijzingen.

Redactionele opmerkingen

Er wordt op gewezen dat in het huidige document het generieke mannelijk wordt gebruikt om redenen van leesbaarheid. Het gebruik van de mannelijke vorm van een woord omvat echter altijd de vrouwelijke vorm.

Bovendien wordt in de huidige verhandeling het gebruik van de Eszett (naar het lettertype Fraktur - "sz"; "ß") volledig verlaten en vervangen door een "dubbele s". Offertes blijven echter onaangetast, aangezien elke vorm van vervalsing moet worden vermeden.

Voor zover de uitvoering al heeft plaatsgevonden in de respectieve rechtsgebieden, wordt de Europese jurisprudentiecode (ECLI) gebruikt om gerechtelijke uitspraken aan te halen. Op dezelfde manier wordt het afgeleide recht van het recht van de Unie aangehaald met behulp van de Europese Identificatiecode voor wetgeving (ELI).

Verder moet worden opgemerkt dat met betrekking tot het citeren, de afkorting en de regels voor het citeren (AZR), 8e editie, Wenen, 2019, door Peter Dax en Gerhard Hopf, voornamelijk worden gevolgd.

Bovendien moet worden opgemerkt dat temporele gegevens zonder verdere specificatie, zoals in het geval van temporele adverbia's (bijvoorbeeld een wijziging van een bepaald rechtsgebied wordt gevraagd), in geval van twijfel verwijzen naar de publicatiedatum van het desbetreffende wetenschappelijke document.

Ten slotte zij erop gewezen dat de informatie van de juridische autoriteiten zonder aanvullende informatie over het land in geval van twijfel verwijst naar de Liechtensteinse wetgeving, tenzij een toewijzing al duidelijk is, zoals het geval is bij de Duitse KWG of de Zwitserse ultraperifere gebieden. Als de ABGB wordt geciteerd, wordt de Liechtensteinse ABGB bedoeld; de Oostenrijkse basis voor de verjaring wordt aangeduid als ÖABGB, tenzij de context aangeeft welke wet wordt bedoeld.

Bovendien moet worden opgemerkt dat dit document is verdeeld in twee titels. Dit komt omdat de individuele papers werden ingediend bij de Universiteit van Liechtenstein als masterscripties in het kader van het LL.M. in Vennootschaps-, Stichtings- en Trustrecht ("Token as Value Rights"), alsook in LL.M. Banking and Finance ("Token Offerings and Decentralized Trading Centers"). Verwijzingen (hoofdstukinformatie, randnummers, voetnoten) moeten over het algemeen onafhankelijk van elkaar worden gezien en verwijzen naar het desbetreffende werk (de desbetreffende titel), tenzij er een algemene verwijzing wordt vermeld. Dit werk is een herdruk van de masterscripties die aan de Universiteit van Liechtenstein zijn voorgelegd.

Addendum bij de 2e editie - mei 2020

In deze licht gewijzigde 2e editie van mijn werk zijn kleine inhoudelijke concretiseringen aangebracht en zijn diverse orthografische fouten gecorrigeerd. De essentie van het werk blijft ongewijzigd en is nog steeds geschreven vanuit het oogpunt van november/december 2019. Formuleringen die verwijzen naar wetten "de lege lata" verwijzen naar de status vanaf eind 2019, maar de veranderingen die de Liechtensteinse blokketenwet (TVTG), die inmiddels in werking is getreden, hebben in dit werk toch al rekening gehouden (met de nota "de lege ferenda").

Verdere discussie en actualisering zal in de toekomst zeker nodig zijn. Aangezien het huidige werk moet worden opgevat als onderdeel van een (toekomstige) serie over het Liechtensteinse bank- en financiëlemarktrecht, worden ook andere auteurs van harte uitgenodigd om contact met mij op te nemen en, indien nodig, (gast)bijdragen over het betreffende onderwerp te schrijven, op een andere manier mee te denken of te helpen met vertalingen in andere talen om deze gedurfde onderneming op de lange termijn daadwerkelijk te realiseren en het werk tegelijkertijd voor een breed publiek toegankelijk te maken.

Ik wil van de gelegenheid gebruik maken om mijn collega Wolfgang Fürnschuss en het advocatenkantoor Seeger, Frick & Partner AG, Schaan, te bedanken, die met succes de onrechtmatige intellectuele eigendomsvorderingen van mijn voormalige werkgever op dit werk hebben verdedigd voor de Liechtensteinse rechtbanken (juridisch bindende veiligheidsprocedure op 04 CG.2019.409 van 12.05.2020), die er in belangrijke mate toe hebben bijgedragen dat mijn werk opnieuw kan worden gepubliceerd.

"De censuur is de jongere van twee beschamende zusters, de oudere heet Inquisitie. “3

"Een censor is een potlood of potloodman; een lijn gemaakt van vlees over de producten van de geest, een krokodil die op de oevers van de ideeënstroom ligt en de hoofden bijt van de dichters die erin zwemmen.4

Kennis is gratis! Het potlood maakte vlees en de man maakte potlood of de krokodillen die op de loer lagen bij de ideeënstroom werden gedood door het zwaard van de gerechtigheid!

Gams, mei 2020

Josef Bergt

PS: Dit werk is ook in andere talen gepubliceerd. De vertalingen van het origineel, dat in het Duits is geschreven, zijn gedaan met behulp van deep learning of machinale leermethoden op basis van kunstmatige neurale netwerken (kunstmatige intelligentie). Hoewel de vertalingen niet perfect zijn, brengen ze de relevante ideeën en boodschappen over. Zonder kunstmatige intelligentie zou een vertaling op zo'n korte termijn niet mogelijk zijn geweest.

ISBN of the German version: 978-3-7504-2737-2
ISBN of the English version: 978-3-7519-3796-2
ISBN of the Spanish version: 978-3-7519-4425-0
ISBN of the French version: 978-3-7519-4426-7
ISBN of the Italian version: 978-3-7519-2023-0

3 Johann Nepomuk Nestroy, Vrijheid in Kraaiennest I, 14e eeuw.

4 Nestroy, vrijheid in kraaiennest, stukken 26/I, 26 f.

Inhoudsopgave

  1. Token als waarderechten
  2. Muntenaanbiedingen en gedecentraliseerde handelscentra

Inhoudsopgave

  1. Token als waarderechten
    1. Inleiding, onderzoeksvraag & basisvragen over penningen
      • 1.1 Blokketen & Slimme contracten
      • 1.2 Token, munten en standaardisatie ondanks depositum regulare
      • 1.3 Conclusie eigendomsrecht met een symbolische waarde
    2. Effecten volgens PGR en hun functies
      • 2.1 indicatieve en bewijskrachtige waarde
      • 2.2 Bevrijdings- en legitimatiefunctie
      • 2.3 Presentatie of verkeersbeschermingsfunctie
      • 2.4 Transportfunctie
      • 2.5 Conclusie over functies in het effectenrecht en de toepassing ervan op giraal overdraagbare effecten in het kader van het TVTG en PGR nieuw
    3. Munten als gedematerialiseerde effecten de lege lata?
      • 3.1 Overdracht van waarderechten
      • 3.2 Onderhoud van het aandelenregister op een blokketen
      • 3.3 Conclusie aandelenregister op de blokketen
      • 3.4 Effecten vs. effecten volgens MiFID canon
      • 3.5 Schenking en zuiver naampapier in de vorm van penningen
    4. Civielrechtelijke indeling van penningen in het kader van de Liechtensteinse "Blokketenwet" (TVTG)
      • 4.1 Waarde rechten volgens TVTG (abstractieprincipe) en PGR (causaliteitsprincipe)
      • 4.2 Conclusie Abstractie en causaliteitsbeginsel na invoering van het TVTG
    5. Tokenisatie in individuele en collectieve investeringen
      • 5.1 Afbakening van de problematiek van de collectieve belegging (fondsstructuren)
      • 5.2 Muntstukken in SPV's en fondsdeelbewijzen
      • 5.3 Gesegmenteerde coöperaties (PCC) ter onderscheiding van het Fonds
      • 5.4 Conclusie Tokenisatie van financiële instrumenten en collectieve beleggingsregelingen
    6. Munten en consumentenrecht
    7. Belangrijkste resultaten
      • 7.1 Het in kaart brengen van het volledige eigendomsrecht in een penning
      • 7.2 Waarde rechten volgens TVTG en waarde rechten volgens PGR zoals gewijzigd bij BuA 2019/93 (LGBl 2019.304)
      • 7.3 Tokenisatie in instellingen voor collectieve belegging en gesegmenteerde verenigingen
      • 7.4 Consumententransacties iZm Token
  2. Muntenaanbiedingen en gedecentraliseerde handelscentra
    1. Inleiding en onderwerp van het onderzoek
      • 1.1 Beoordeling van de op DLT gebaseerde bedrijfsmodellen in het kader van de financiële marktwetgeving
      • 1.2 Officiële praktijk van de autoriteit voor de financiële markten Liechtenstein
    2. Analyse van de muntjes op de financiële markt
      • 2.1 Kenmerken en toepassingsgebied van de BankG
      • 2.2 Muntstukken en banktransacties
        • 2.2.1 Bankbedrijf (depositobedrijf)
        • 2.2.2 Definitie van deposito- en e-geldbedrijf en financiële instrumenten
        • 2.2.3 Conclusie Overlopende rekeningen voor deposito's en egeldactiviteiten
        • 2.2.4 Bancaire transacties (kredietverlening)
        • 2.2.5 Conclusie Acquisitie en factoring
      • 2.3 Munten als financiële instrumenten
        • 2.3.1 Effecten
          1. Standaardisatie
          2. Verhandelbaarheid op de kapitaalmarkt
          3. Overdraagbaarheid
        • 2.3.2 Aandelen, op aandelen gelijkende en niet op aandelen gelijkende effecten
        • 2.3.3 Transacties in derivaten
          1. Grondstoffenderivaten
          2. Verschil met traditionele of goederendocumenten (burgerlijk recht)
        • 2.3.4 Rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging
        • 2.3.5 Conclusie over het toezichtsperspectief van tokenisatie
      • 2.4 Gereglementeerde markten, MTF & OTF, SI
        • 2.4.1 Multilaterale handelsfaciliteit (MTF)
        • 2.4.2 Conclusie MTF
        • 2.4.3 Georganiseerde handelssystemen (OTF)
        • 2.4.4 Systematische internalisatoren (SI)
        • 2.4.5 Overzicht van georganiseerde handelsplatformen
        • 2.4.6 Conclusie Georganiseerde handelsplatformen
        • 2.4.7 Reproductie van een CCP voor nutsmunten en voordelen van de blokketen
      • 2.5 DEX als handelsplatform en andere beleggingsdiensten
        • 2.5.1 Aankoopmakelaardij
        • 2.5.2 Portefeuillebeheer, beleggingsadvies en financiële analyse
        • 2.5.3 Conclusie Frontend en Backend van een DEX, Market Making en SI
        • 2.5.4 TVTG en DEX
        • 2.5.5 Conclusie Bulletin Board en DEX als VT prijsdienstverlener?
        • 2.5.6 Gegevensverstrekking en bulletinboards
      • 2.6 Prospectus overwegingen
        • 2.6.1 Definitie van effecten en openbare aanbieding
        • 2.6.2 Vrijstellingen van de verplichting om een prospectus te publiceren
        • 2.6.3 Conclusie Spelers op een DEX- en prospectusplicht
      • 2.7 Stabiele munten en e-geld
        • 2.7.1 Wet op het elektronisch geld - toepassingsgebied
        • 2.7.2 Conclusie over het territoriale toepassingsgebied van de regeling voor elektronisch geld
        • 2.7.3 penningen als e-geld, portemonnees en bepaalde betaalrekeningen voor e-geld
        • 2.7.4 Conclusie geldwaarde en beheer van e-geld op de portemonnee
        • 2.7.5 E-geld en vrijstellingen
        • 2.7.6 Handel in stalmunten en e-geld aan de hand van het voorbeeld van Tether
        • 2.7.7 Conclusie bilaterale en multilaterale actie inzake elektronisch geld
        • 2.7.8 Monetaire waarde - Herroeping van de beltoonclausule?
      • 2.8 Betalingsdiensten en op penningen gebaseerde bedrijfsmodellen
        • 2.8.1 Sterke klantverificatien
        • 2.8.2 Vrijstellingen van de vergunning volgens ZDG
        • 2.8.3 Conclusie Uitzonderingen volgens ZDG onder PSD II
      • 2.9 Ruilkantoren volgens SPG zoals gewijzigd door LGBl 2009.047 en 2019.302
      • 2.10 Conclusie over de preventie van het witwassen van geld en andere financiële tussenpersonen
    3. Overzicht van de regelgevende aspecten van de TVTG
    4. Centrale resultaten
      • 4.1 Banktransacties, e-geld, financiële instrumenten en virtuele valuta's
      • 4.2 Centrale en gedecentraliseerde handelscentra

Lijst van afkortingen

aA afwijkende mening
ibid. op de vermelde/gepecificeerde plaats
PB C Publicatieblad van de Europese Unie (mededelingen en bekendmakingen)
PB L Publicatieblad van de Europese Unie (wetgeving)
VWEU Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
aF oude versie
AIFMD Richtlijn 2011/61/EU inzake beheerders van alternatieve beleggingsfondsen
Noot: Noot:
API Interface voor applicatieprogrammering
ATS alternatief handelssysteem
BankG Bankwet (Liechtenstein)
BTC Bitcoin
BuA Verslag en verzoek van de regering aan het parlement van het Vorstendom Liechtenstein
BWG Bankwet (Oostenrijk)
CCP Centrale tegenpartij (verrekenkantoor)
CFD contract voor verschil
CRD Richtlijn Kapitaalvereisten (RKV IV, 2013/36/EU; RKV III, 2006/48/EG)
CRR Kapitaalvereistenverordening EU/ 575/2013
CSDR Centrale effectenbewaarinstellingen Verordening EU/ 909/2014
DAO Gedecentraliseerde autonome organisatie
Del verordening Gedelegeerde verordening
DEX decentrale uitwisseling
DGSD Richtlijn Depositogarantiestelsels 2014/49/EU
DLT Gedistribueerde grootboektechnologie
DVO Uitvoeringsverordening
DvP Levering versus betaling
EAG Wet op de depositobescherming en de beleggerscompensatie (Liechtenstein)
EBA Europese Bankautoriteit
b.v. gratis voorbeeld
EGG Wet op het elektronisch geld (Liechtenstein)
ELI Identificatiecode Europese wetgeving
EMD / E-geld richtlijn Richtlijn Elektronisch geld / Richtlijn Elektronisch geld (Richtlijn Elektronisch geld II, 2009/110/EG; Richtlijn Elektronisch geld I, 2000/46/EG)
EMIR Europese marktinfrastructuurverordening EU/648/2012
ESMA Europese Autoriteit voor effecten en markten
enz. pp et cetera perge, perge
ETH Ether
ECB Europese Centrale Bank
FAGG Wet op de afstand en de buitenlandse handel (Liechtenstein)
FCA Autoriteit voor financieel gedrag (VK)
FernFinG Wet op de financiële diensten op afstand (Liechtenstein)
ff / e.v. Voortgezette / et sequenties
FINMA
Zwitserse autoriteit voor toezicht
op de financiële markt (CH)
BaFin
Federaal Instituut voor
Toezicht op financiële diensten
FMA Autoriteit voor de financiële markten (Liechtenstein of Oostenrijk)
FMAG Wet op het toezicht op de financiële markten (Liechtenstein; als gewijzigd BuA 2019/93 en LGBl 2019.303).
FN Voetnoot
GewG Handelswet (Liechtenstein; als gewijzigd bij BuA 2019/93 en LGBl 2019.305)
GRC Handvest van de grondrechten
GW-RL Witwasrichtlijn (5e Witwasrichtlijn, 2018/843; 4e Witwasrichtlijn, 2015/849)
Ibid / ibid Ibidem / ibidem
IDD Verzekeringsdistributierichtlijn EU/ 2016/97
Idem / ders dezelfde
idF in de versie
idS in die zin
d.w.z. id est
iSd ten behoeve van
ITS Technische uitvoeringsnormen
IUG Wetgeving inzake beleggingsondernemingen (Liechtenstein)
iVm in combinatie met
JCD (EER) Besluit van het Gemengd Comité van de EER (Besluit van het Gemengd Comité van de EER)
Clausuleusuleusuleusule richtlijn Clausule Richtlijn 93/13/EEG
KMG Kapitaalmarktwet (Oostenrijk)
KSchG Wet op de consumentenbescherming (Liechtenstein)
KWG Bankwet (Duitsland)
beencitaat legis citatae
LES Liechtenstein Verzameling van besluiten
LGBl Nationaal Wetgevingsblad (Liechtenstein)
LJZ Liechtensteinse advocatenkrant
MAD Richtlijn marktmisbruik 2014/57/EU
MAR / MMVO Marktmisbruikverordening EU/ 596/2014
MiFID Markten voor financiële instrumenten (MiFID II, 2014/65/EU; MiFID I, 2004/39/EG)
MiFIR Markten voor financiële instrumenten Verordening EU/600/2014
MTF Multilaterale handelsfaciliteit
mwN met aanvullend bewijs
NCA / NSA Nationale bevoegde autoriteit / nationale toezichthoudende autoriteit
nF herziene versie
NFC Niet-financiële tegenpartij
OF Code van verplichtingen (CH)
OSI Open Systemen Interconnectie Model
OTC Over de toonbank (buiten de beurs)
OTF Georganiseerde handelsfaciliteit
PERG De Perimeter Guidance handleiding
PGR Wet op personen en bedrijven (Liechtenstein; (zoals gewijzigd bij BuA 2019/93 en LGBl 2019.304)
PoS/ PoW Werkbewijs / rendementsbewijs
Brochureverordening Prospectusverordening EU/2017/1129
PSD Richtlijn betalingsdiensten (PSD II, EU/2015/2366; PSD I, 2007/64/EG).
RTS Regelgevingstechnische normen
Rz Margenummer/randnummer
s zie
sa zie ook
SI Systematische verinnerlijking
sl sinusloc (zonder plaats)
Solvabiliteit II Solvabiliteit II-richtlijn 2009/138/EG
SPG Due Diligence Act (Liechtenstein; (als gewijzigd BuA 2019/93 en LGBl 2019.302)
SPV / SSPV Special Purpose Vehicle Securitization Special Purpose Vehicle
SR Eigendomsrecht (Liechtenstein)
SSI Zelf-Soevereine Identiteit
SSM-REGELING Verordening inzake één enkel toezichtmechanisme EU/ 1024/2013
Brug Belastingwetgeving (Liechtenstein)
StGH Hof van Justitie van de Staat (Liechtenstein)
STSR Eenvoudige, transparante en gestandaardiseerde regeling of beveiligingsverordening of beveiligingsverordening of beveiligingsverordening EEU/2017/2402
TVTG Wet inzake tokens en trusted technology service providers (Liechtenstein; zoals gewijzigd bij BuA 2019/93 en LGBl 2019.301, tenzij anders vermeld).
en dergelijke en dergelijke
UCITSD Instellingen voor collectieve belegging in effecten Richtlijn 2014/91/EU.
USDT US-dollarbinding
UVS Onafhankelijke Administratieve Senaat (Oostenrijk)
VersAG Wet op het verzekeringstoezicht (Liechtenstein)
VersVertG Wet op de verzekeringsdistributie (Liechtenstein)
VnB Raadplegingsverslag (Liechtenstein)
VRRL Richtlijn consumentenrechten 2011/83/EU
WAG Wet op het toezicht op het effectenbedrijf (Oostenrijk)
ZDG Wet op de betalingsdiensten (Liechtenstein)

I. Token als waarderechten

Aangezien de huidige scripties met name betrekking hebben op het Liechtensteinse recht, moet dit werk worden ingevoerd met het volgende citaat over het "Crypto Country" Liechtenstein: "In het verleden is transaction banking, en met name het gebied van fintech, belangrijker geworden voor de Liechtensteinse markt.5

1. Inleiding, onderzoeksvraag & basisvragen over penningen

In dit deel I - "Munten als girale effecten" - zal, in tegenstelling tot deel II - "Muntenaanbiedingen en gedecentraliseerde handelscentra" - de nadruk liggen op de civielrechtelijke classificatie- en transfervoorschriften voor crypto's en munteenheden naar Liechtensteins recht. Het doel van Deel I is te onderzoeken of penningen analoog aan effecten kunnen worden behandeld of in het algemeen als gedematerialiseerde effecten - d.w.z. als giraal overdraagbare effecten - of in ieder geval als zodanig kunnen worden vormgegeven. In dit verband moet de mogelijkheid worden onderzocht om rechten - in het vermogen en in de persoon6 - te vertegenwoordigen.

Het doel is om de weergave van de rechten op penningen te onderzoeken, zowel de lege lata, op het moment van publicatie van dit werk en dus vóór de inwerkingtreding van de TVTG, als de7lege ferenda, na de uitvoering en inwerkingtreding van de TVTG met 01.01.2020. Bij gebrek aan een element van de lichamelijkheid8 van de penningen lijkt het ongepast om te spreken van de effectisering van rechten, zoals het geval is met effecten.9 Het concept van het eigendomsrecht of het recht op waarde lijkt veeleer gepast te zijn. Er zal worden onderzocht hoe het PGR,10 vóór de wijziging van de bepalingen van het burgerlijk effectenrecht in het laatste deel van het PGR, dergelijke gedematerialiseerde of gedematerialiseerde effecten behandelt in het kader van de uitvoering van het TVTG en hoe het omgaat met omstandigheden die voorzien in dergelijke gedematerialiseerde effecten in het bedrijfsmodel; niettemin zullen de positieve bepalingen de lege ferenda die het TVTG zelf, en met name de wijziging van het laatste deel van het PGR, in dit verband met zich meebrengen, ook worden onderzocht.

Bijgevolg moet ook een onderscheid worden gemaakt tussen het civielrechtelijke begrip "effecten" en het begrip "effecten" of "financiële instrumenten die volgens het toezichtsrecht verhandelbaar zijn". In dit verband moet niet alleen worden onderzocht of penningen betrekking kunnen hebben op giraal overdraagbare effecten, maar ook of penningen betrekking kunnen hebben op 11financiële instrumenten die op de girorekening worden aangehouden, d.w.z. financiële instrumenten die in de boeken worden aangehouden. In dit verband zal de vertegenwoordiging van giraal overdraagbare effecten door middel van penningen, de vertegenwoordiging van financiële instrumenten door middel van een penning en collectieve beleggingen in verband met penningen in deel II van dit proefschrift nader worden onderzocht.

In lijn met het bovenstaande moeten de verschillen tussen individuele en collectieve activabeleggingen in verband met de tokenisatie van financiële instrumenten en portefeuilles op een gedifferentieerde manier worden uitgewerkt. Vervolgens moeten de vennootschapsrechtelijke aspecten van fondsen in verband met een beleggingsmaatschappij,12 in tegenstelling tot een aandelenvennootschap in de vorm van een gesegmenteerde vereniging die segmentaandelen1314uitgeeft, opnieuw in tegenstelling tot de zogenaamde special purpose vehicles voor effectisering, worden15behandeld.

De concrete onderzoeksvraag van deze studie is daarom: Kunnen penningen gedematerialiseerde effecten - d.w.z. girale effecten - vertegenwoordigen onder het Liechtensteinse recht en welke verschillen ontstaan er bij de beoordeling voor en na de inwerkingtreding van het TVTG? De onderzoeksvraag is: Kunnen penningen niet alleen civielrechtelijke girale effecten vertegenwoordigen vanuit het perspectief van het toezichtrecht, maar ook financiële instrumenten die in de effectengiro worden aangehouden, en hoe verhouden nieuwe technische mogelijkheden zich tot klassiek gereguleerde instellingen zoals fondsstructuren?

Terwijl de werkzaamheden in het kader van titel I. gericht zijn op het Liechtensteinse recht, met name voor de kwestie van het subonderzoek, moeten naast de nationale bepalingen ook Europese rechtshandelingen in verband met de regulering van de fondsen worden geraadpleegd.

Voorafgaand aan een inhoudelijke verdieping van de bovengenoemde onderwerpen volgt een overzicht van blokketentechnologie, slimme contracten, penningen en munten. Er zij op gewezen dat de technische aspecten in een vereenvoudigde vorm worden gepresenteerd om een globaal overzicht te geven van de genoemde technologieën en om de juridische argumentatie begrijpelijk te maken bij de behandeling van juridische kwesties die zich voordoen in verband met de technische aspecten van deze technologieën. Verder moet worden opgemerkt dat de term "blokketen" of "blokketentechnologie" in dit document wordt gebruikt als pars pro toto voor de zogenaamde gedistribueerde grootboektechnologieën en aanverwante technologieën waarvan de blokketentechnologie de meest prominente toepassing is.

1.1 Blokketen & Slimme contracten

Een blokketen is een technisch ontwerp van gedistribueerde grootboektechnologie en wordt gekarakteriseerd als een openbaar en decentraal register of gegevensopslagsysteem dat permanent transactiegegevens vastlegt. Het publiek betekent dat16 elke transactie in een blokketen die is opgeslagen, openbaar kan worden bekeken.17 De permanentie is het resultaat van de cryptografische verstrooiingswaarde of de hashfunctie (een verstrooiingswaardefunctie die bestand is tegen botsingen, wat betekent dat het niet mogelijk is om verschillende invoerwaarden te vinden die resulteren in dezelfde hashwaarde), waarop de technologie is gebaseerd, die garanderen dat de transactiegeschiedenis niet kan worden beschadigd of gecompromitteerd met de conventionele technologie van vandaag en is deze stabiliteit of technische redundantie nauw verwant aan decentralisatie. Decentraliteit betekent dat er geen centrale instantie verantwoordelijk is voor de database. In plaats daarvan synchroniseren18 een groot aantal "nodes" (netwerkdeelnemers) in een peer-to-peer netwerk (decentraal netwerk; decentrale autonome organisatie) voortdurend de transactiegegevens. Als een netwerkknooppunt verloren gaat, brengt dit de stabiliteit of de functionaliteit van het netwerk zelf niet in gevaar.19

Ook de torrentnetwerken zijn gedecentraliseerd. Deze verschillen van de blokketen in die zin dat staten niet één keer worden overgedragen (voorkoming van dubbele bestedingen aan de blokketen), maar dat de inhoud kan worden vermenigvuldigd - bijvoorbeeld in verband met protocollen voor het delen van bestanden.

Een transactie op een blokketen toont in zijn meest basale vorm de bron, de bestemming(en) en een specifieke over te dragen waarde20. De bron en de bestemming staan ook wel bekend als adressen in een blokketen21, waarbij iedereen vrij is om nieuwe adressen aan te maken. Als een dergelijk adres of openbare sleutel wordt aangemaakt, wordt automatisch een extra unieke alfanumerieke tekenreeks gegenereerd en toegewezen aan de openbare sleutel (de "privésleutel"22). In de regel wordt aan elke openbare sleutel slechts één privésleutel toegekend, hoewel er ook zogenaamde "multi-signprocedures" ("multi-signature") zijn waarbij meerdere privésleutels aan één openbare sleutel worden toegekend en er ook meerdere privésleutels nodig zijn om een transactie uit te voeren.23

Naast de permanente opslag van transactiegegevens zorgt een blokketen ervoor dat elk transactieverzoek wordt geverifieerd en bevestigd met de inhoud van een instructie om een waarde van het ene naar het andere adres over te brengen. Bevestigde transactieverzoeken worden vervolgens opgeslagen in de blokketen, waardoor de naamgevende en symbolische gegevensketen van een blokketen wordt gegenereerd. Elk blok in een blokketen heeft een hash- of scatterwaarde-functie (algoritme of wiskundige functie), die wordt gegenereerd uit het voorgaande, reeds geverifieerde gegevensrecord en zo een gegevenshiërarchie creëert. Dit proces, dat bekend staat als "mining" of "minting",24 breidt de transactiegeschiedenis voortdurend uit.25

De bevestiging van transacties vindt niet per geval plaats, maar meerdere transacties worden en bloc tegelijk bevestigd en opgeslagen in een nieuw blok in de blokketen. Gemiddeld wordt op het moment van schrijven van dit papier ongeveer elke 13 seconden een blok op de blokketen Ethereum gecreëerd.26 Naast de hierboven genoemde basisfuncties maken blokketens zoals Ethereum ook de uitvoering van decentrale programma's of applicaties mogelijk (decentrale apps; dapps; Smart Contracts). Smart Contracts voeren bepaalde taken uit volgens hun programmeercode en zijn meestal gebaseerd op if-then-else statements (als voorwaarde A voorkomt, wordt actie B uitgevoerd, anders C).27 De term "smart contract" is in 1994 door Szabo bedacht: "Een smart contract is een geautomatiseerd transactieprotocol dat de voorwaarden van een contract uitvoert. De algemene doelstellingen van een slim contractontwerp zijn het voldoen aan gemeenschappelijke contractuele voorwaarden (zoals betalingsvoorwaarden, retentierechten, vertrouwelijkheid en zelfs handhaving), het minimaliseren van zowel kwaadwillige als toevallige uitzonderingen en het minimaliseren van de behoefte aan betrouwbare tussenpersonen. Gerelateerde economische doelen zijn onder meer het verlagen van het fraudeverlies, arbitrage- en handhavingskosten en andere transactiekosten. Sommige technologieën die vandaag de dag bestaan, kunnen worden beschouwd als ruwe slimme contracten, bijvoorbeeld POS-terminals en -kaarten, EDI, en agorische toewijzing van bandbreedte van het openbare netwerk.28

In zijn manifest over Smart Contracts geeft Szabo aan dat de overwegingen in dit verband nog verder teruggaan, namelijk naar de zogenaamde agoric computing29, die zijn oorsprong vindt in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw.30

1.2 Token, munten en standaardisatie ondanks depositum regulare

Het TVTG zoals gewijzigd door BuA 2019/54 definieert een token als informatie over een gedecentraliseerde database (VT-systeem, dat de veilige verwijdering van tokens garandeert), die rechten kan vertegenwoordigen en waaraan VT-identificatoren of -identificatoren worden toegekend.31 Volgens deze juridische dictie zou men kunnen concluderen dat penningen informatie zijn over een gedecentraliseerde databank die rechten vertegenwoordigt, terwijl een munt een subtype is van een penning die geen rechten vertegenwoordigt en noodzakelijk is voor de goede werking van een blokketen (protocolpenning of protocolmunt) en waarvan de waarde wordt gemeten aan de hand van vraag en aanbod op de markt, waardoor het geen object zonder intrinsieke waarde vertegenwoordigt, zelfs als het wordt geaccepteerd als ruilmiddel, en dus niet moet worden behandeld als fiatgeld32, maar als virtuele valuta. Technisch gezien is het in ieder geval andersom en stelt een munt de inheemse eenheid van een blokketen voor, terwijl de penningen dezelfde technische standaard gebruiken als de inheemse munt.33

Maar zelfs de formulering van de wet geeft slechts aan dat er zowel penningen zijn die rechten vertegenwoordigen als penningen die geen rechten vertegenwoordigen (argumenteer "een informatie die rechten kan vertegenwoordigen").34 Technisch gezien is een token software35 en als zodanig onderdeel van een twee-factor authenticatie beveiligingsmaatregel die wordt gebruikt om het gebruik van op software gebaseerde diensten te autoriseren.36 Uit het juridische materiaal kan niet worden afgeleid, en er kan ook niet worden aangenomen dat munten een subtype van penningen zijn en geen rechten vertegenwoordigen. Het is ook denkbaar dat een protocollaire of inheemse penning, waarmee transacties in een blokketen kunnen worden uitgevoerd, het eigendom van goederen zoals edele metalen vertegenwoordigt. Het37 zou van essentieel belang zijn dat het zakelijk recht op dergelijke goederen in de penning wordt vertegenwoordigd en dat de persoon die bevoegd is om over38 de penning te beschikken dus ook volledige rechten heeft op het specifiek vertegenwoordigde voorwerp. Als gevolg van het volledige eigendomsrecht van het vertegenwoordigde voorwerp heeft de persoon die bevoegd is om over een dergelijk aandenken te beschikken, ook het recht om teruggave van dit voorwerp te vorderen. Om effectief goederengeld of een goudstandaard te creëren, zou het voorwerp waarop het eigendomsrecht in de penning is weergegeven, regelmatig in bewaring moeten worden gehouden (depositum regulare). De bewaarder zou het voorwerp in bewaring nemen voor de eigenaar in opdracht van de eigenaar (persoon die gerechtigd is om over de penning te beschikken) als derde eigenaar (eigendomsagent).39

Een persoon die gerechtigd is om over een dergelijk aandenken te beschikken, dat het eigendomsrecht van een goed vertegenwoordigt, kan naar eigen goeddunken ook optreden als eigenaar van het goed waarvan het recht wordt vertegenwoordigd (erga-omnes effect van zakelijke rechten in tegenstelling tot inter partes effect tussen de partijen bij de overeenkomst). Wanneer de persoon die gerechtigd is om over de penning te beschikken via de blokketen de penning overdraagt, wordt tegelijkertijd de eigendom van het gespecificeerde object overgedragen (in het concrete geval door middel van een bezitsopdracht aan de bewaarder, die voortaan indirect eigenaar is van het object voor de nieuwe persoon die gerechtigd is om over de penning te beschikken).40 Aangezien er een reële aanspraak bestaat op het voorwerp waarop het eigendomsrecht op de penning is afgebeeld, kan dit ook op elk moment worden geëist of geïndexeerd door de persoon die bevoegd is om over de penning te beschikken.41

Er zij op gewezen dat een bewaarder dezelfde voorwerpen die overeenkomstig de bepalingen van de bewaarnemingsovereenkomst in bewaring zijn gegeven, moet teruggeven.42 43 Zelfs als een bewaarder alleen items van hetzelfde type en dezelfde kwaliteit hoeft te44 retourneren, kan het nog steeds nodig zijn om ze regelmatig te bewaren. Waar het om gaat is wat er is vastgelegd met betrekking tot het eigendomsrecht. Als de bewaarnemer eigenaar wordt, is er sprake van onregelmatige bewaring (depositum irregularum); als de bewaargever eigenaar blijft, is er sprake van regelmatige bewaring. Doorslaggevend voor de regelmatige bewaring is dan ook dat de bewaargever eigenaar blijft.45 Het mengen of ruilen door de bewaarder van voorwerpen met voorwerpen van dezelfde soort en kwaliteit en van dezelfde grootte heeft geen invloed op een voorwaardelijke reguliere bewaarnemingsovereenkomst, zolang de bewaarder niet het recht heeft om over het voorwerp te beschikken ten behoeve van zichzelf en de bewaargever dus te allen tijde een volmacht kan geven.46

In het geval van een overeenkomstige bewaarnemingsovereenkomst moet de persoon die gerechtigd is om over een penning te beschikken, die het eigendomsrecht van een voorwerp vertegenwoordigt, dus worden beschouwd als de eigenaar van een voorwerp - bijvoorbeeld een voorwerp dat in bewaring is gegeven via een bevel tot het in bezit hebben van een voorwerp. Er is niet alleen sprake van een vordering op grond van het verbintenissenrecht, mits de bewaarder geen beschikkingsrecht in eigen voordeel heeft over het gedeponeerde object en de bewaargever nog steeds de intentie heeft om eigenaar te blijven. Dit is soms van essentieel belang om het bestaan van een gemandateerd financieel instrument uit te sluiten, aangezien er in dit opzicht geen sprake is van standaardisering47, maar van een geïndividualiseerd eigendomsrecht.48 Bijgevolg, zelfs in de veronderstelling dat een dergelijke penning een (gedematerialiseerd) traditioneel papier49 is, moet de functionele gelijkwaardigheid met financiële instrumenten worden ontkend, aangezien er geen omruilbare aandelen zijn.50 Door middel van een overeenkomst tussen de partijen is het niettemin mogelijk om overeen te komen dat een bewaarder een schuldbetaling kan doen aan de partij die gerechtigd is om over een penning te beschikken indien hij goederen van dezelfde soort en kwaliteit en in dezelfde mate uitgeeft, wat het bestaan van een regelmatige bewaring niet verandert. In feite zou de standaardisering dus kunnen plaatsvinden op het niveau van de bewaarnemingsovereenkomst door middel van een overeenkomstige overeenkomst, zonder dat dit een financieel instrument vormt.

1.3 Conclusie eigendomsrecht met een symbolische waarde

Een blokketen is een decentrale, openbare en permanente database. Afhankelijk van het ontwerp van de lees- en schrijfrechten kan deze voor verschillende doeleinden worden gebruikt. De Bitcoin- en Ethereumprotocollen zijn "openbare" en "open" blokkettingen. In deze context betekent "openbaar" dat, in tegenstelling tot "private" blokketens, iedereen schrijfrechten heeft, terwijl een "open" blokketen gebaseerd is op publieke leesrechten in tegenstelling tot "gesloten" blokketens.

Puur technisch gezien kan een token worden gezien als een gegevensrecord of software die onderworpen is aan een tweefactorige authenticatiebeveiliging en vervolgens kan worden gebruikt om softwaregebaseerde diensten te autoriseren. Met een dergelijke multi-factor authenticatie wordt een gebruiker van een computerprogramma alleen toegang verleend wanneer voldoende bewijs of factoren voor authenticatie zijn bewezen. Dergelijke factoren zijn gebaseerd op de elementen kennis, bezit en inhaligheid, die ook worden gevonden in verband met sterke klantauthenticatie volgens PSD II.

Munten of - in de dictie van de TVTG - penning worden regelmatig gebruikt op een aparte blokketen. In tegenstelling tot dergelijke Munten worden Munten niet gegenereerd door de mijnbouw, maar worden ze uitgegeven op een bestaande blokketen, bijvoorbeeld in de loop van een fondsenwerving. Deze terminologie wordt veel gebruikt, met name op technisch gebied, maar heeft geen bijzondere gevolgen voor de juridische beoordelingen en daarom kunnen de termen "muntstukken" en "penningen" zoveel mogelijk als synoniem worden gebruikt.

Ook al hoeven munten in bovenstaande zin niet noodzakelijkerwijs rechten te vertegenwoordigen, ze moeten niet worden gezien als fiatgeld (dat wil zeggen niet alleen papiergeld, maar ook boekgeld en egeld), aangezien deze een intrinsieke waarde hebben in de zin van virtuele valuta's in verband met consensusvorming op een blokketen, of andere functies kunnen hebben die inherent zijn aan het gedecentraliseerde protocol.

Blockchains maken regelmatig gebruik van zogenaamde Slimme Contracten, die contracten kunnen zijn in juridische zin, maar voornamelijk permanente scripts zijn en gebaseerd zijn op Agoric Computing.

Munten vertegenwoordigen niets in de zin van het Liechtensteinse eigendomsrecht wegens gebrek aan lichamelijkheid. Pas met de inwerkingtreding van het TVTG op 01.01.2020 zullen de bepalingen van het eigendomsrecht naar analogie van toepassing zijn op penningen. Los daarvan is het principe "Substance over Form" van toepassing en moet er worden gekeken naar wat een penning voorstelt. Indien een bewaarnemer bijvoorbeeld een voorwerp in bewaring heeft voor een persoon die gerechtigd is om over een penning te beschikken overeenkomstig de bepalingen van de depositoregeling, dan vertegenwoordigt een dergelijk penning in feite het eigendomsrecht van het voorwerp dat in bewaring is gegeven.

2. Effecten volgens PGR en hun functies

De effecten zijn geregeld in §§ 73 e.v. van de Final Division van het PGR. Voor de toepassing van het PGR zijn effecten documenten waarin een recht is gesecuritiseerd zodat het alleen met het document kan worden gerealiseerd, doen gelden of overgedragen. Daarnaast zijn de bepalingen over aandelencertificaten van toepassing op effecten.51 Een soortgelijke definitie is te vinden in artikel 965 van het Zwitserse verbintenissenboek. Er zij op gewezen dat het PGR is gebaseerd op het eerste ontwerp van Eugen Huber voor de herziening van de titels 24 tot en met 33 van het Zwitserse verbintenissenboek van 1919, dat in Zwitserland nooit in deze vorm ten uitvoer is gelegd. In52 tegenstelling tot Oostenrijk en Duitsland geven zowel het Liechtensteinse als het Zwitserse recht dus een juridische definitie van het begrip "effecten".53

De securitisatie is bedoeld om een nog grotere verhandelbaarheid en verhandelbaarheid te bereiken. Er zijn verschillende beginselen die van toepassing zijn op effecten, en deze beginselen worden opgevat als de functies van effecten om de snelle en veilige overdraagbaarheid of het doen gelden van effectenrechten te waarborgen. De eenvoudige overdracht wordt bereikt door de overdracht van de beveiliging (transportfunctie). Bovendien dient het zekerheidsstuk als bewijs en kan een schuldenaar alleen betalen aan de persoon die er recht op heeft door middel van het stuk; een overeenkomst over de overdracht, zoals het geval is bij de overdracht van vorderingen door middel van overdracht, is 54niet nodig (bevrijdende functie voor de schuldenaar aan de persoon die recht heeft op het zekerheidsstuk, waardoor de schuld wordt bevrijd); tegelijkertijd wordt het recht om de betaling te ontvangen - de legitimatie - aangetoond door het overleggen van de zekerheid die een bepaald recht certificeert; de veronderstelling is van toepassing dat de houder van de zekerheid ook gerechtigd is om erover te beschikken)

De belichaming van een recht in een akte heeft ook de omstandigheid of draagt het bewijs in zich dat het recht daadwerkelijk bestaat volgens de inhoud van de akte (indicatieve en bewijskrachtige functie). Het recht is verworven in de mate zoals beschreven in de zekerheidsovereenkomsten en niet gesecuritiseerde overeenkomsten zijn irrelevant (beperking van bezwaar of uitsluiting van bezwaar in verband met de bewijsfunctie of de Schriftuurlijke aansprakelijkheid). De uitsluiting van bezwaar houdt op zijn beurt nauw verband met de presentatie- of marktbeschermingsfunctie. De presentatiefunctie heeft tot gevolg dat een schuldenaar alleen mag betalen aan de houder van een effect - die het toont of presenteert. De presentatiefunctie, die niet volledig los kan worden gezien van de bewijs-, bevrijdings- en legitimatiefunctie, leidt uiteindelijk tot de transactiebeschermingsfunctie, volgens welke de zekerheid te goeder trouw kan worden verkregen door de persoon die niet gerechtigd is om over de zekerheid te beschikken.55

Effecten worden dus met name gekenmerkt door hun bewijsfunctie, legitimatie- en bevrijdingsfunctie, uitsluiting van bezwaren, transportfunctie en presentatie- en verkeersbeschermingsfunctie. De verhandelbaarheid wordt dus met name beschermd door de mogelijkheid van verwerving van de niet-gelegaliseerde partij, maar ook door de afdwingbaarheid van het geëffectiseerde recht, onafhankelijk van het daadwerkelijk gecreëerde of bestaande recht - afgezien van de akte - of, indien nodig, ook inhoudelijk gewijzigd.

2.1 indicatieve en bewijskrachtige waarde

§ § 73 van de PGR Final Division definieert een zekerheid op basis van drie criteria. Dit zijn deze ene document, de securitisatie van een recht in dit document, en een zeker verband tussen het document en het recht.56 Het recht van een zekerheid kan dus niet worden gerealiseerd, bevestigd of overgedragen aan anderen zonder het certificaat. De overdrachtscomponent is in wezen gebaseerd op de transportfunctie.57 Een akte is een privaatrechtelijke verklaring op een document.58 In een dergelijk document kunnen claimrechten, lidmaatschapsrechten of zelfs eigendomsrechten worden vastgelegd. Claimrechten kunnen alle vorderingen zijn die voortvloeien uit het verbintenissenrecht, terwijl lidmaatschapsrechten bepaalde rechten in ondernemingen omvatten - d.w.z. zeggenschaps- en/of medezeggenschapsrechten. Daarnaast kan een zekerheid ook een zakelijke vordering vertegenwoordigen. Dergelijke goederen(waarde)effecten zijn effecten die een object vertegenwoordigen; de overdracht van een goederen(waarde)effect komt overeen met de overdracht van de goederen zelf.59

Voornoemd verband tussen akte en recht wordt overeengekomen door middel van een effectenclausule. Een beveiliging heeft geen puur indirect effect, maar legitimeert een bepaalde persoon om een gesecuritiseerde dienst te eisen. Door een betaling te doen aan de aangewezen persoon ontslaat de schuldenaar zich van zijn verplichting. Dergelijke effectenrechten worden ook overgedragen door overdracht van de akte en kunnen niet op een andere manier worden overgedragen.60 Een effect bewijst dus dat er een bepaald recht bestaat ten aanzien van de uitgevende instelling, dat verschuldigd is volgens de inhoud van het document.61

2.2 Bevrijdings- en legitimatiefunctie

Het bevrijdings- en legitimatie-effect van effecten is in Liechtenstein tweemaal geregeld. Enerzijds stelt § 1393 ABGB dat promessen op naam van de houder - d.w.z. effecten aan toonder - bij aflevering worden overgedragen en dus geen verder bewijs vereisen behalve bezit; de akte identificeert dus de rechtmatige schuldeiser en legitimeert de eigenaar (in het geval van effecten aan toonder).62 Anderzijds regelt § 74, lid 2, van de Final Division van het PGR het legitimatierecht in verband met effecten. Deze63 bepaling van het PGR bepaalt dat een schuldenaar - tenzij hij te kwader trouw of door grove nalatigheid64 handelt en op, maar niet vóór, de vervaldag - betaling kan doen aan de houder van een zekerheid ter delging van zijn schuld. Zelfs als de persoon die zich legitimeert uit de zekerheid zijn positie als schuldeiser had moeten verliezen, kan de schuldenaar uit de zekerheid zijn schuld kwijtschelden door de uitgezette persoon te betalen en hoeft hij de feitelijk gerechtigde schuldeiser niet opnieuw te betalen.65 Legitimatie en bevrijding zijn dus ook verbonden met de bescherming van het verkeer.66

Het bezit van een waardepapier legitimeert de persoon die door het papier wordt geïdentificeerd als schuldeiser. Het beschikkingsrecht hoeft dus niet te worden bewezen door een volledige keten van overdracht van de vorige schuldeisers. Als de eigenaar en dus de schuldeiser van een zekerheid het gedocumenteerde recht aanbiedt, moet de schuldenaar aan de uitgezette persoon betalen.67 Zoals reeds is uiteengezet, zegt § 74, lid 2, van de definitieve afdeling van het PGR niets over de materiële rechten van de eigenaar; hetzelfde geldt ook voor § 1393 ABGB. De eigenaar (in het geval van instrumenten aan toonder) of, in het algemeen, de uitgezette persoon wordt echter beschouwd als een schuldeiser. Als een schuldenaar het beschikkingsrecht van een uitzetter wil betwisten, draagt hij de bewijslast.68

Als tweede zijde van dezelfde munt is de bevrijdingsfunctie de tegenhanger van de legitimatiefunctie van de persoon die als rechthebbende op een onderpand is aangewezen. De schuldenaar kan alleen een bevrijdende betaling doen aan de persoon die zich door middel van een zekerheid als rechthebbende schuldeiser identificeert en moet zich beroepen op het geëffectiseerde document als bewijs. De schuldenaar kan ook betalen aan een persoon die niet gerechtigd is om over de schuld te beschikken, op voorwaarde dat eerstgenoemde zich identificeert door het stellen van een zekerheid en deze overhandigt.69 Opgemerkt moet worden dat een schuldaflossend effect op de vorige schuldeiser op grond van § 1395 ABGB niet van toepassing is in het effectenrecht, aangezien alleen degenen die door middel van een effect worden geïdentificeerd, moeten worden betaald. In tegenstelling tot Oostenrijk kan dit niet worden gerechtvaardigd op grond van het gewoonterecht voor Liechtenstein, aangezien hier, teruggaand naar artikel 966 van het koor, § 74 van de definitieve afdeling van het PGR stelt dat een schuldenaar alleen verplicht is te betalen tegen overlegging van de zekerheid door de persoon die in de akte wordt genoemd, en ook aan deze formeel correcte schuldeiser kan betalen als kwijtschelding van de schuld.70

Voor effecten op naam worden de vrijstellings- en gerechtigdheidseffecten ook afzonderlijk geregeld in § 83 van de Final Division van het PGR, dat teruggaat tot Art. 975 chOR. Volgens deze bepaling kan een schuldenaar alleen schuldbevrijdend betalen aan de persoon die enerzijds het geregistreerde effect bezit en anderzijds zich identificeert als de persoon op wiens naam het effect is geregistreerd.71 Opmerkelijk is dat het PGR alleen over bezit of eigendom72 spreekt en verwijst naar het corpus-element of de beschikkingsbevoegdheid, terwijl de ABGB in zijn § 1393 expliciet naar bezit verwijst en dus ook een animus-element (wil om iets te behouden) als73 noodzakelijk beschouwt.

2.3 Presentatie of verkeersbeschermingsfunctie

De presentatiefunctie vloeit voort uit § 74 lid 1 van de Final Division van het PGR. Bijgevolg is de schuldenaar van een zekerheid alleen verplicht om te presteren tegen overlegging en levering van de zekerheid.

Indien iemand het recht wil doen gelden dat blijkt uit een zekerheid zonder dat de zekerheid is gesteld, moet de schuldenaar de uitvoering ervan weigeren.74

De effecten worden behandeld in termen van eigendomsrecht - het recht op papier volgt op het recht op papier.75 De overdracht van effecten aan toonder wordt dus, onder verwijzing naar artikel 501 SR in samenhang met § 75 lid 2 van de Final Division van het PGR, in principe effectief uitgevoerd door de overdracht van het document. Effecten aan toonder kunnen echter, net als andere soorten effecten, worden overgedragen aan het PGR overeenkomstig § 75, lid 1, van de definitieve afdeling van het PGR door middel van een schriftelijke overeenkomst en de overdracht van het effect. De eigenaar van de zekerheid is onderworpen aan het wettelijk weerlegbare vermoeden dat hij ook de rechtmatige eigenaar is. De transactiebeschermingsfunctie is gebaseerd op artikel 172, lid 2, van de SR en beschermt de bonafide koper van een effect in zijn bezit van het effect. Dit beschermt of garandeert de verhandelbaarheid van effecten, aangezien de verweermiddelen tegen een bonafide koper van een effect beperkt zijn; de bonafide koper kan dus geen enkele aanwijzing geven over de verhandelbaarheid van het effect. Voor geëffectiseerde effecten aan toonder is deze beperking van de verdedigings- of marktbeschermingsfunctie bovendien afgeleid van artikel 514 SR, dat uitdrukkelijk bepaalt dat effecten aan toonder die tegen de wil van de eigenaar76 verloren zijn gegaan, niet kunnen worden aangevochten door degene die ze te goeder trouw heeft verworven of ontvangen.77

Voor orderdocumenten is de verkeersbescherming ook specifiek geregeld in § 88 van de Final Division van het PGR. Deze bepaling komt overeen met Art 1146 chOR en de inhoud ervan is identiek aan § 96, lid 1, van de Final Division van het PGR (reglement voor instrumenten aan toonder), dat overeenkomt met Art 979 chOR. Het doel van de bepaling is om de markt te beschermen, aangezien de schuldenaar alleen verweer kan voeren tegen een bonafide ontvanger die gebaseerd is op de inhoud en7879