Email-Adres van de Auteurs:
richard.deiss@gmail.com
vanderzwanarie2@gmail.com
Afbeeldingen op de omslag:
Titel: Station Amsterdam
Omslag binnenkant: oud treinstation in s-Hertogenbosch (Bossche Encyclopedie)
Fabricage en uitgave/ Herstellung und Verlag:
BoD – Books on Demand GmbH, Norderstedt
Vierte Auflage/vierde Nederlandstalige uitgave
© Richard Deiss, Arie van der Zwan, Berlin/Brussel 2021
Printed in Germany
ISBN 978-3-7543-5869-6
Bibliografische Information der Deutschen Nationalbibliothek
Die Deutsche Nationalbibliothek verzeichnet diese Publikation in der Deutschen Nationalbibliografie; detaillierte bibliografische Daten sind im Internet über www.dnb.de abrufbar
Er zijn veel boeken over spoorwegen, maar minder over stations. Bovenal ontbreekt het aan internationale overzichten van interessante stations.
In de zomer van 2007 publiceerde ik de paperback Palast der tausend Winde en Stachelbeerbahnhof, met korte verhalen, interessante feiten en anekdotes over 200 stations wereldwijd. In de loop van de tijd zijn er nog meer anekdotes verzameld. Begin 2009 publiceerde ik een tweede deel 'Der Lebkuchenbahnhof am Ende der Welt' met 200 anekdotes over stations buiten Europa. Inmiddels is er nog een deel met Amerikaanse stations toegevoegd ('Grand Central Terminal en Pampa Station').
Maar omdat er nog meer anekdotes en interessante feiten over stations in Europa zijn, was een apart Europees deel nodig om alle verhalen op te nemen.
Dit boek bevat dus anekdotes en feiten over 250 Europese stations (buiten Duitsland en de Alpenlanden).
Om de twee jaar is er een nieuwe editie gepland. De auteur reist zelf veel met de trein en hoopt dat deze verhalen interessant zullen zijn voor bezoekers die deze stations aandoen.
Berlijn, oktober 2021
Richard Deiss
Als scholier en student was ik een fanatiek treinreiziger. Ik heb jarenlang gebruik gemaakt van de Nederlandse tienertoerkaart – een spotgoedkoop abonnement waarmee tieners 8 dagen over het Nederlandse Spoorwegnet konden reizen om met de nationale cultuur kennis te maken- en later van de Europese InterRailkaart. Daarmee kon je als je jonger was dan 26 jaar een maand lang door heel Europa inclusief de landen achter het toenmalige ijzeren gordijn reizen. Hoogtepunt was een reis met de Oriënt-Express van Parijs naar Istanboel via Boekarest en Sofia. De trein was zo overvol dat wij als backpackers in de gangpaden en de bagagerekken moesten slapen te midden van de lokale bevolking die toen nog geiten en andere dieren meenam in de trein. Tijdens mijn werkzame leven nam ik ook nog bij voorkeur de trein als de reistijden dat toelieten.
Toen Richard Deiss mij vroeg een Nederlandse bewerking van zijn boek te maken, ging ik dan ook graag op zijn uitnodiging in. Ik heb de tekst geactualiseerd waar nodig was en verder aangevuld met weetjes en wetenswaardigheden over de stations. Ook zijn enkele stations toegevoegd en andere weggelaten. Ik wil Ineke Stoop bedanken voor haar commentaar en suggesties voor de Nederlandse bewerking.
Zoetermeer, oktober 2021
Arie van der Zwan
Vassijaure en de kogelgaten
Het station van Vassijaure ligt aan de ertsspoorlijn Kiruna-Narvik, op 7 km van de Noorse grens. Op 20 mei 1940 stond Sven Sjöberg, een jonge Zweedse boswachter, op het perron te wachten op een brief die per trein zou komen. Maar plotseling verscheen er een Duits amfibisch vliegtuig dat op lage hoogte naar het station vloog. Omdat de Duitsers Noorwegen eerder hadden bezet en het station dicht bij de grens lag, waren er kanonnen bij het station geplaatst en was er zelfs een gepantserde trein gestationeerd. Dus werd er op het vliegtuig geschoten. De Duitsers beantwoordden het vuur waarbij Sjöberg werd geraakt. Ernstig gewond, werd hij met de trein naar Kiruna gebracht, maar hij stierf tijdens de reis. De volgende dag kwam de post aan op het station van Vassijaure voor Sjöberg; het betrof toestemming om de dienst te verlaten om zijn ouders te helpen op de boerderij. Toen zijn moeder het nieuws van zijn dood ontving, stortte zij in om nooit meer te herstellen. De kogelgaten van de schietpartij zijn nog steeds te zien op het station en Sjöberg wordt herdacht met een gedenkplaat op het perron.
Kiruna – even opschuiven
De Noord-Zweedse stad Kiruna leeft van de mijnbouw. De ondermijnde ondergrond leidt echter tot verzakkingen en steeds meer schade aan gebouwen. Daarom is besloten om de stad tegen 2022 (oorspronkelijk was 2012 gepland) met 4 km te verplaatsen naar een nabijgelegen veilige helling. Een van de eerste gebouwen dat verplaatst wordt is het station van Kiruna. Er zijn ook andere bezienswaardigheden in het gebied. In de buurt (in Jukkasjärvi) is er een ijshotel dat elke winter opnieuw wordt opgebouwd en de Britse ondernemer Branson wil in de buurt van Kiruna een 'Spaceport' voor ruimtetoeristen bouwen. Er is ook een station van het ruimtevaartagentschap ESA.
Stockholm CS en energieopwekking
Voor het Centraal Station van Stockholm staat een standbeeld, nu eens niet van een koning, maar van de ingenieur Nils Ericson (1802-1870), die zo'n grote rol speelde bij de aanleg van de spoorlijnen in het land dat hij bijna als de 'vader van de Zweedse spoorwegen' kan worden beschouwd. Ericson stierf kort voor de voltooiing van het station in 1871. De gevel van het station is sindsdien nauwelijks veranderd, maar het interieur ziet er vandaag de dag anders uit. De gewelfde hal waarin de stoomlocomotieven uitpuften is nu een wachtkamer geworden en het station is verbouwd van kopstation tot doorgangsstation. Een busstation en het Zweedse World Trade Center grenzen aan het station. Dit gebouw is van begin af aan zo energiezuinig geconstrueerd dat het slechts 15 procent van het energieverbruik van de gemeentelijke nutsbedrijven hoeft in te kopen. Soms wordt er zelfs energie teruggeleverd aan de gemeentelijke stadsverwarming. Dit wordt onder andere mogelijk door middel van een gewelfd, transparant dak, dat energie opvangt maar ook helpt om het gebouw in de zomer te koelen. In de winter wordt er zelfs thermische energie opgewekt met behulp van de 25.000 reizigers die dagelijks het station via het World Trade Center aandoen. Dit bracht de stations exploitant Jernhusen op het idee om iets dergelijks te proberen in het stationsgebied. In het voorjaar van 2008 werd aangekondigd dat men in de toekomst ook de thermische energie die dagelijks door meer dan 200.000 voorbijgangers naar het station wordt gebracht, wil benutten om een 13 verdiepingen tellend kantoorgebouw bij het station te verwarmen. Tot 15 procent van de energie die voor de verwarming van het gebouw wordt gebruikt, wordt op deze manier teruggewonnen.
Op de begane grond van het station van Stockholm is er een cirkelvormige opening waardoor men in het lagere distributieniveau kan kijken. Deze opening wordt in de volksmond 'de kwispedoor' genoemd.
Laholm - het kleine huis op de prairie
Toen de spoorlijn Malmö-Göteborg rechtgetrokken werd voor het doorgaande treinverkeer, kreeg Laholm een nieuw station aan de nieuwe lijn. Het stationsgebouw, een klein bakstenen huisje op het perron, was uiterst bescheiden. Omdat het ook 3 km van het centrum van het dorp ligt, kreeg het in de volksmond de bijnaam 'het kleine huis op de prairie', geïnspireerd op een Amerikaanse tv-serie uit de jaren '80.
Malmö en de UFO
In 2000 werd de vaste Øresund-verbinding geopend, die Kopenhagen en Malmö per spoor met elkaar verbindt. Maar op het centraal station van Malmö moeten de treinen omkeren, en van daaruit moeten ze om de stad rijden om bij de brug te komen. Daarom is er een tunnel onder het centrum aangelegd, die van Malmö Centraal een doorgangsstation heeft gemaakt en nog meer stations in de stad heeft. Het belangrijkste nieuwe station (40 000 passagiers per dag) is het ondergrondse station Triangeln, gelegen aan een driehoekig plein. De glazen koepel van de lichtput van het station Triangeln domineert sinds de opening in 2010 het straatbeeld. Vanwege het uiterlijk van het lensvormige dak schreef een lokale krant in maart 2010 "Ufo landde in het midden van Malmö".
Oslo - het station van de tijgerstad
Voor het Centraal Station van Oslo staat een bronzen beeld van een tijger. Oslo is de laatste jaren op zoek naar een symbool en tijgers roepen tegenwoordig positieve associaties op. Economisch succesvolle landen worden 'tijgers' genoemd. Zo wordt IJsland wel de 'Arctische tijger' genoemd en Ierland de 'Keltische tijger'. Maar in de 19e eeuw waren de levensomstandigheden er nog zwaar (denk bijvoorbeeld aan de roman 'Honger' van Knut Hamsun, 1890) en werd de stad zo onherbergzaam geacht dat de schrijver Bjǿrnsterne Bjǿrnson het in 1870 in een gedicht beschreef als een 'tijgerstad', wat de bijnaam van de stad werd. Oslo behoorde toen overigens nog tot Denemarken en heette Christiania (vanaf 1878 ook Kristiania), en het belangrijkste station was het Ooststation, dat in 1882 werd geopend (gevolgd door het ernaast gelegen moderne Centraal Station in 1980). Pas in 1925 werd de oude naam Oslo weer ingevoerd.
Trondheim en de meest noordelijke synagoge
Trondheim ligt ten noorden van de 63e breedtegraad en deze geografische ligging leidt tot verschillende, deels vermeende records. Met de Grakallenlijn heeft Trondheim de meest noordelijke tramlijn ter wereld. Het voormalige treinstation van Trondheim, gelegen in de wijk Kalvskinnet aan het water, is na de aankoop door de kleine Joodse gemeente in 1925 in gebruik als synagoge en zou de meest noordelijke synagoge ter wereld zou zijn. Maar de meest noordelijke bevindt zich in werkelijkheid in Moermansk. De synagoge van Trondheim bevindt zich in werkelijkheid slechts op de vijfde plaats (maar het is wel de meest noordelijke van Noorwegen). In de Middeleeuwen was Trondheim het belangrijkste bedevaart centrum in Noord-Europa vanwege de heilige koning Olav die in de Trondheimse kathedraal ligt begraven, en werd daarom ook wel beschouwd als het 'Jeruzalem van het Noorden'.
Trondheim en de aardverschuiving
In het jaar 1877 werd in Trondheim op een kunstmatig eiland in de haven een nieuw station gebouwd om een goede verbinding met de scheepvaart te faciliteren. Maar het nieuw aangelegde terrein was niet bijzonder stabiel, en al in april 1888 verzakte de grond. Dit leidde tot een aardverschuiving en er werd 180 meter spoorlijn verzwolgen door de zee. Het station werd drie keer hernoemd, omdat de naam van de stad net zo vaak veranderde. Bij de opening heette de stad Throndhjem, later Trondhjem, toen Nidarors en vanaf 1931, en uiteindelijk Trondheim, zoals het nu nog steeds heet.
Hell freezes over
In Noorwegen is er een station op de lijn van Trondheim naar Bodø, dat Hell heet. De conducteur kondigt de halte ook wel aan met "Next stop Hell" in het Engels. Op het stationsterrein staat een goederenloods met het opschrift "Gods Expedition", wat Engelstalige gelovigen bijzonder zal aanspreken. In de winter is het station vaak bedekt met sneeuw en ijs, wat Engelstaligen dan weer aanleiding geeft om de profane uitdrukking 'Hell freezes over' te gebruiken.
Finse 1222
Een vermeldenswaardige stationsnaam is Finse 1222, dat aan de Noorse Bergense lijn is gelegen. Dit station is 1222,2 meter boven de zeespiegel gelegen en is het hoogste in Noord-Europa. Niet ver van het station is er een hotel dat ook Finse 1222 heet.
Kopenhagen - het paradijs voor interrailers
In de jaren tachtig, toen veel jongeren nog met een InterRail Pass reisden, was het in 1911 gebouwde hoofdstation van Kopenhagen voor hen een populaire bestemming. Het was het eerste station met een speciaal trefpunt voor Interrailers met kookfaciliteiten, douches en reisinformatie. Maar het station is niet alleen een ontmoetingsplaats voor interrailers: Kopenhagenaars zeggen ook 'mød mig onder uret', 'laten we elkaar ontmoeten onder de stationsklok'.
Høje Taastrup - stad van bogen
Het station in de Kopenhagense voorstad Høje Taastrup werd in 1986 geopend en is een stopplaats voor treinen naar Hamburg. Het boven de sporen gelegen stationsgebouw met drie bogen, is het symbool van de gemeente geworden, en gaf aanleiding tot een woordspeling. Høje Taastrup wordt 'Buernes By' (stad van bogen) genoemd vanwege het station, dat bijna net zo klinkt als Byernes By ('stad van steden'). Aan de zuidkant van het stationscomplex staat 'de toren van Thor', met 26 meter het hoogste beeldhouwwerk van Scandinavië.
Aarhus en het sleutelgat
De Kopenhagenaars beschouwen zichzelf als de enige grootstedelingen van Denemarken. Eén van hun spitsvondigheden is waarom de lange afstandstreinen eigenlijk Intercity heten, omdat er maar één stad in het land is. Kopenhagenaars maken ook graag grappen over de Jutlanders en de bevolking van Aarhus. Eén gaat als volgt: Waarom verwijderen de inwoners van Aarhus de wc-deuren? Zo kan niemand door het sleutelgat kijken. Ga dit maar eens checken op het cen traal station van Aarhus. Het is met 17.000 passagiers per dag, het drukste Deense station buiten Kopenhagen.
Køge Nord en de nieuwe stationsslang
Het station Køge Noord, dat in mei 2019 werd geopend, verbindt de nieuwe hogesnelheidslijn Kopenhagen-Ringsted met de S-Bahn, diverse fietspaden en een snelweg. In steden waar ze niet wars zijn van bijnamen, zoals Rotterdam of Berlijn, zou de lange voetgangersloopbrug al lang bekend staan als de netkous, de duizendpoot of de endeldarm. In Denemarken is er echter nog steeds geen bijnaam bedacht. Het is te hopen dat vandalisme en slijtage het langwerpige bouwsel niet zal veranderen in een 'lange martelgang'.
Helsingør en Hamlet aan de wandel.
In het Deense Helsingør ligt de vesting Kronberg. Kronberg wordt ook wel het kasteel van Hamlet Castle genoemd, omdat in Hamlet van William Shakespeare de held ('to be or not to be') in deze vesting woont. Bij het verlaten van het station, kom je links van het portaal een bronzen beeld van Hamlet tegen, en rechts een beeld van zijn geliefde Ophelia. De Deense beeldhouwer Rudolph Tegner heeft het in 1937 gemaakt. In 1938 werden ze geplaatst in een park bij het kasteel Marienlyst, waar burgemeester Christensen een Hamlet Museum wilde inrichten. Voor dit doel moest een beeld van Shakespeare met nog drie beelden van de drie belangrijkste personages van het toneelstuk worden gemaakt. Maar er werden slechts twee standbeelden gerealiseerd. In 1980 werden ze uit het park verwijderd en opgeslagen in een depot. In 1983 werden ze in het centrum van de stad geplaatst, in 1996 verhuisden ze weer naar het kasteel. Vanwege bouwwerkzaamheden moesten ze in 2008 nogmaals verhuizen, ditmaal naar het station. En daar staan ze nog steeds.
Helsinki Centraal Station – zo vader, zo zoon
In 1904 werd een wedstrijd uitgeschreven voor een nieuw centraal station in Helsinki. De winnaar was de jonge architect Eliel Saarinen (1873-1950) met een nationaalromantisch ontwerp in neo-romaanse stijl. Dit bracht een discussie op gang waarin stemmen opgingen voor een modernere vormgeving. Ten slotte heeft Saarinen zijn ontwerp radicaal herzien in de richting van een modernere en duidelijkere Jugendstil-architectuur. Het station heeft een wachtkamer van 50 vierkante meter, die ooit speciaal voor de Russische tsaar werd gebouwd, maar later werd gereserveerd voor de Finse president. Toen het station in 1919 werd geopend, maakte Finland geen deel meer uit van Rusland. De naam van het station werd weergegeven in twee talen - Fins en Zweeds. Het verfrissende ontwerp van het station, met zijn machtige klokkentoren in roze graniet en reusachtige lamphouders, is vandaag de dag nog steeds indrukwekkend. De architect Eliel Saarinen verhuisde in 1923 naar de VS. Zijn zoon Eero Saarinen trad in zijn voetsporen werd onder meer bekend door de TWA-terminal op John F. Kennedy Airport in New York.
Naast het station van Helsinki wordt het Art Nouveau-station van Kajaani, gebouwd in 1905, ook wel genoemd als 'het mooiste station van Finland'.
Nokia - het low tech station
Het bedrijf Nokia werd in 1865 opgericht in het kleine Finse stadje Nokia en produceerde ooit papieren producten en rubberen laarzen. Vandaag de dag gebruiken meer dan 1 miljard mensen over de hele wereld mobiele telefoons van Nokia en toeristen die Finland bezoeken gaan vaak met de trein naar Nokia. Maar daar wacht hen steevast een teleurstelling omdat ze geen high tech station vinden, maar slechts enkele perrons zonder stationsgebouw.
Ooit was er ook een Nokia-station in Bochum (na de sluiting van de fabriek omgedoopt tot Bochum-Riemke).
Trains 'n roses
In de zomer van 1998 werd de Duits-Finse film 'Zugvðgel – einmal nach Inari' (Engelse titel 'Trains'n roses') uitgebracht in de Duitse bioscopen. De regisseur was Peter Lichtefeld. De hoofdrol Hannes werd gespeeld door Joachim Krol. Hannes is een verlegen vrachtwagenchauffeur uit Dortmund die bier bezorgt. Hij heeft een passie voor treindienstregelingen en wil dolgraag deelnemen aan de eerste internationale wedstrijd voor dienstregeling kenners in Inari in het noorden van Finland. Hannes pakt zijn bagage en vraagt vakantieverlof aan. Maar hij heeft net een nieuwe baas die Hannes niet wil laten gaan. Hannes draait door, slaat de baas knock out en vertrekt op treinreis naar de poolcirkel. Daar ontmoet hij de liefde van zijn leven Sirpa, die dol is op rozen. De ironie van de geschiedenis: Inari, gelegen aan het Inari meer in Samenland, is heel ver weg van de spoorlijn gelegen en heeft helemaal geen station. De hoofdpersoon moet eigenlijk een bus naar Inari nemen vanaf het station van Kemijärvi, waar slechts één keer per dag een trein stopt. Lichtefeld kreeg het idee voor de film naar zijn zeggen in 1994 op de terugreis per trein van Sodankylä naar Helsinki. Maar ook Sodankylä heeft geen station.....
Het station van Humppila en de postrovers
In 1973 brandde het station van Humppila af. Inbrekers hadden geprobeerd in te breken in de kluis van het nabijgelegen postkantoor. Toen ze geluiden hoorden, renden ze halsoverkop weg, maar lieten de gasbrander aan. Niet alleen het postkantoor brandde af, maar ook het nabijgelegen treinstation. Pas tien jaar later werd er een nieuw stationsgebouw van Humppila in gebruik genomen.
Het station van Kolari in het uiterste noorden
Het station van Kolari is het meest noordelijke van de Finse spoorwegen. Vanaf hier is het meer dan 1060 km naar het hoofdstation van Helsinki. Kolari ligt in Samenland aan de grens met Zweden en is via een aftakking verbonden met het grensstation van Tornio met Zweden. Het stationsgebouw, gebouwd in 2000, heeft een kegelvormig dakelement dat de stijl van een Samische hut nabootst. Samische hutten hebben ook zulke kegelvormige daken voor de rookafvoer. Het station van Kolari is vooral in het winterseizoen druk bezet, als er veel skiërs uit het zuiden van het land aankomen.
Mannerheim's salonwagon in Mikkeli
Het hoofdkwartier van het Finse leger was tijdens de Tweede Wereldoorlog gevestigd in de Oost-Finse stad Mikkeli. De salonwagen, waarmee veldmaarschalk Mannerheim in 19391946 bijna 80.000 km door Finland reisde, wordt tentoongesteld op het station van Mikkeli en is elk jaar op 4 juni (Mannerheim's verjaardag) te bezichtigen.
De salonwagen van Mannerheim in het station van Mikkeli
Littonen en Lenin
In 1907 probeerde de Russische revolutionair Vladimir Iljitsj Lenin vanuit Finland, dat toen nog deel uitmaakte van Rusland, naar Zweden te ontsnappen. In een buitenwijk van Helsinki nam hij een trein naar Turku, vanwaar hij per schip verder zou gaan. In de trein dacht Lenin echter dat hij werd gevolgd door twee leden van de geheime politie van de tsaar. Om zijn achtervolgers van zich af te schudden, sprong Lenin van de trein die net wegreed, op het station van Littonen, vlak voor Turku. Lenin was licht gewond, maar kon desondanks de haven van Turku bereiken. Helaas was de stoomboot naar Zweden al vertrokken. Met behulp van sympathisanten wist Lenin ergens op de archipel tussen Finland en Zweden een toevluchtsoord te vinden en nam later van daaruit een schip naar Zweden. Vanuit Zweden bereikte Lenin uiteindelijk Duitsland en vervolgens Zwitserland. Vandaag herinnert een plaquette op het station van Littonen voorbijgangers aan de sprong van Lenin uit de trein.
Lahti en nogmaals Lenin
In het voorjaar van 1917 keerde Lenin met de trein terug uit Zwitserland via Duitsland, Zweden en Finland naar Sint-Petersburg. De Russische revolutie was begonnen en de Duitsers hadden Lenin van tickets en visa voorzien, omdat men hoopte via een revolutie de oorlogsvijand Rusland te kunnen verzwakken. Maar opnieuw kregen de traditionele witte Russische strijdkrachten de overhand en Lenin moest in juli 1917 voor de laatste keer uit Rusland vluchten. Vermomd als stoker ging hij op een locomotief naar Helsinki. Lenin moest zijn plek echter al in het station van Lahti opgeven, omdat de hitte van de stoommachine de was deed smelten van het masker dat Lenin's gemakkelijk herkenbare gezicht moest verbergen.
Het prachtige station van Haapsalu (Estland)
Haapsalu is een kuuroord aan de westkust van Estland. Toen de spoorlijn St. Petersburg-Tallinn (Reval) in 1905 werd doorgetrokken naar Haapsalu, koos de familie van de tsaar voor deze plaats als zomerverblijf. Er moest dus een representatief station komen. Uiteindelijk werd er een zeer langgerekt stationsgebouw opgetrokken, waarvan de overkapping het destijds langste overdekte perron van Europa (216 m) reizigers als de Tsarenfamilie beschermde tegen weer en wind. Het stations complex bevatte ook een paviljoen voor de tsarenfamilie. In 1995, toen de spoorlijn 100 jaar bestond, werd de treindienst naar Haapsalu opgeheven. Sinds 1997 is het Estse Spoorwegmuseum in het station gevestigd, dat in zijn oorspronkelijke stijl bewaard is gebleven.
Haapsalu treinstation (de linkervleugel herbergt het museum)
Het station van Riga en het Russische popduo Tatu