Copyright © 2011-2021 GardenStone

Oorspronkelijke titel: Der Merkur-Wodan-Komplex

Nederlandse vertaling: GardenStone, 2011

Email: GardenStone@boudicca.de

Web: www.boudicca.de

www.hg-shop.eu

Tweede bewerkte uitgave 2021.

Omslagontwerp: Gunivortus Goos

Opmaak en vormgeving: Hannelore Goos

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij electronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur.

All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise, without the prior written permission of the author.

Druk en distributie:

Herstellung und Verlag: BoD – Books on Demand GmbH, Norderstedt

ISBN 978-3-7543-8166-3

Inhoudsopgave

Voorwoord

De bronnen rondom de geschiedenis van de Germanen op het continent zijn niet alleen heel magertjes maar worden veelal ook nog heel verschillend geïnterpreteerd; veel aspecten die wetenschappelijk als vaststaand gelden, hebben bij een diepgaande verificatie niet dat fundament dat men daarbij veronderstelt. Enerzijds zijn veel oudere zienswijzen inmiddels achterhaald maar hebben het grote publiek niet bereikt, anderzijds wordt vlijtig veel uit oudere werken overgeschreven zonder de daaraan ten grondslag liggende bronnen op hun validiteit na te gaan.

In veel wetenschappelijke en populaire publicaties wordt m.b.t. de Germanen 'vastgesteld', dat de hoofdgod der Germanen, die de Romeinen met Mercurius identificeren, Wodan is. Wanneer men dat vaak genoeg leest, is men gauw geneigd dat dan ook als waar aan te nemen. Wie echter de moed en bereidheid opbrengt om comfortabele, wellicht platgetreden zienswijzen te verlaten en de draad van de navolgende argumentatie te volgen, die zal ontdekken, dat in de beschikbare bronnen nergens een bewijs te vinden is, dat in de Germaanse gebieden binnen de Romeinse invloedssfeer een 'Wodan' opduikt.

Deze bijdrage wil echter niet overtuigen, ze wil jou als lezer/es prikkelen erover na te denken, de dingen es vanuit een andere invalshoek te bezien om dan tot eigen conclusies te komen.

Gunivortus Goos, januari 2011.

Doelstelling

DEI DITANTUR

(De goden verrijken)

We kennen uit de Romeinse geschiedenis en mythologie de god Mercurius. Bij de contacten van de Romeinen met andere volkeren in veroverde en aan hun rijk toegevoegde gebieden werden de vreemde goden vaak vergeleken met hun veronderstelde Romeinse equivalenten, vaak vond ook een gelijkstelling plaats.

In wetenschappelijke literatuur – en ook in lectuur zonder deze aanspraak – over Romeinen en Germanen komt tamelijk vaak een 'Germaanse Mercurius' voor, die dan direct met Wodan wordt geassocieerd. Zo kan men bijvoorbeeld in het bekende en vaak geciteerde "Lexikon der germanischen Mythologie" van Rudolf Simek bij het trefwoord Wodan lezen:

"Wodan wordt in alle berichten daarover met de Romeinse Mercurius geïdentificeerd."

Deze bewering wordt verder niet bewezen, hetgeen bij een lexicon ook niet per se noodzakelijk is. Andere bronnen noemen echter wel meerdere 'bewijzen'. Enige decennia eerder schreef Jan de Vries in zijn bekende "Altgermanische Religionsgeschichte":

"Voor zover we terugkijken kunnen, was Odin de krijgsgod; als zodanig kennen de Zuid-Germanen hem al."

En wanneer hij de Romeinse historicus Tacitus citeert, die schrijft dat de Germanen Mercurius als hoogste god vereren, dan kent de Vries geen twijfel:

"De vertaling van de naam MERCURII DIES in het Oudhoogduits als Wuotanestac … (enz.), bewijst al, dat Tacitus met deze naam Wodan bedoelde."

Dat is echter geenszins, zoals de tekst suggereert, een bewijs, maar slechts een veronderstelling.

Volledig uit de lucht gegrepen is die echter ook niet, want de Vries beroept zich op middeleeuwse bronnen, waarin op meerdere plaatsen de naam Wodan voorkomt, resp. een variatie daarop die met Wodan wordt gelijkgesteld. Andere oudere en nieuwere auteurs zien dat ook zo, zoeken dat klaarblijkelijk verder ook niet uit, worden echter wel vaak geciteerd.

De belangrijkste bronnen die als bewijzen en indicaties worden gezien voor die gelijkstelling van Wodan met Mercurius zijn, opgesomd in willekeurige volgorde:

  • De psychopompos-functie van Mercurius
  • De Angelsaksische Negenkruidenspreuk
  • De tweede Merseburger toverspreuk
  • Jonas van Bobbio
  • Paulus Diaconus
  • Origo gentis Langobardorum
  • Vita Barbati
  • Beda Venerabilis
  • Nennius
  • De runenfibula van Nordendorf
  • Plaatsnamen
  • De Oudsaksische doopgelofte

Bovendien …

Tijdens de research voor dit boek werden delen ervan met specialisten en belezen geïnteresseerden besproken. Enigen van hen konden de opvatting, dat de Germaanse Mercurius Wodan is, niet opgeven, en nadat ze de zwakte van de middeleeuwse bronnen erkenden, zochten ze naar andere argumenten, waaraan weliswaar nauwelijks of geen bronnen ten grondslag lagen, die ze echter toch als bewijs voor hun opvatting accepteerden. Het betreft de argumenten:

  • Wodan en Mercurius zijn allerlei god en magiër.
  • Wodan leidt in de Wilde Jacht de zielen der gestorvenen naar het hiernamaals – Mercurius doet iets dergelijks.
  • Zowel aan Wodan als aan Mercurius werden mensen geofferd.

Deze drie argumenten hebben slechts geringe waarde als ondersteuning voor de zienswijze, dat Tacitus met Mercurius Wodan bedoelde. Voor de volledigheid zullen ze echter hier ook worden besproken.

Alles tezamen zijn dat wel veel bronnen en hun schijnbare bewijskracht voor het 'feit' dat Mercurius met Wodan geïdentificeerd moet worden, werkt alleen al door de hoeveelheid sterk overtuigend. Het desondanks te betwijfelen lijkt bijna op heiligschennis, men wordt dan al snel als zonderling gezien en als hyperkritisch veroordeeld. En toch – wie de moeite neemt om enige van deze 'bewijzen' grondiger in de primaire bronnen na te slaan, die zal toch gaan twijfelen. Hij zal dit echter niet snel openlijk uiten, want niemand wil graag uitgelachen of beledigd worden, omdat hij zich niet zonder meer bij de gebruikelijke en door vele specialisten ondersteunde zienswijze aansluit.

Die zienswijze, dat met de 'Mercurius der Germanen' de Germaanse god Wodan wordt bedoeld geldt dus bij de overgrote meerderheid binnen en buiten wetenschappelijke kringen als onomstreden feit.

Het doel van deze bijdrage is nu, om de geldigheid van deze opvatting zo goed mogelijk na te gaan, de primaire bronnen te belichten, de kracht van de 'bewijzen' en indicaties kritisch te wegen om dan enige conclusies te kunnen trekken.

Deze bijdrage is in de eerste plaats bedoeld voor een geïnteresseerd, niet academisch geschoold publiek. Daarom wordt, waar mogelijk, vaktaal vermeden en afgezien van verwijzingen in de tekst en van voetnoten, die beide het ongestoord doorlezen onderbreken; de kritisch geïnteresseerde lezer kan met behulp van de lijst van gebruikte literatuur achterin zelf in die bronnen duiken.

De Germaanse Mercurius

INTERPRETATIO ROMANA

Tot nu toe werden in Duitsland, Oost-Frankrijk, België en Nederland tussen 65 en 70 inscripties gevonden, waarin Mercurius samen met een Keltische of Germaanse godheid wordt genoemd. Via de INTERPRETATIO ROMANA worden deze niet-Romeinse goden met Mercurius geïdentificeerd.

De Latijnse uitdrukking INTERPRETATIO ROMANA kan vrij worden vertaald met "Romeinse overdracht". Daarmee wordt de Romeinse gewoonte bedoeld om vreemde goden zodanig te interpreteren dat ze met hun eigen goden gelijkgesteld en daarmee aan de eigen religie toegevoegd kunnen worden. Vaak werden daarbij alleen die aspecten van de vreemde goden geduid, die de Romeinen waren opgevallen; andere aspecten werden genegeerd.

In het hiernavolgende overzicht worden de inscripties genoemd, die in Duitsland en deels in Nederland werden gevonden. Enige van de genoemde godennamen werden slechts eenmaal gevonden, andere meermaals, enkele zelfs vaak. Overigens werden in Frankrijk en Engeland nog honderden van zulke Mercurius inscripties gevonden, deze zijn hier verder niet opgenomen, omdat ze geen wezenlijke aanvullende informatie leveren.

Het valt in deze lijst allereerst op, dat er geen enkele inscriptie bij is, waarin Wodan of Wodanaz wordt genoemd, of een naam die tenminste in die richting gaat. Wel zijn er enige bij, die in veel later tijd als 'Wodan' worden geïnterpreteerd.

Germaanse en Keltische Mercurius inscripties

NAAM: MERCURIUS SUSURRIO

VINDPLAATS: Aken

TOELICHTING: Waarschijnlijk Keltisch, mogelijk Keltisch-Germaans

NAAM: MERCURIUS TOUTENUS?

VINDPLAATS: Bingen

TOELICHTING: Keltisch

NAAM: MERCURIUS VASSOCALE(TI)S

VINDPLAATS: Bitburg

TOELICHTING: Waarschijnlijk Keltisch

NAAM: MERCURIUS GEBRINIUS

VINDPLAATS: Bonn

TOELICHTING: Keltisch of Germaans-Keltisch

NAAM: MERCURIUS CHANNINIUS

VINDPLAATS: Rohr, Blankenheim (Nederland)

TOELICHTING: Germaanse stamgod der Cananefaten

NAAM: MERCURIUS LEUD(ISIO) of LEDUDISIANUS

VINDPLAATS: Eschweiler-Lohn

TOELICHTING: De bijnaam kan wijzen op het Germaanse leudi- (volk, stam) en ook *leudisjan (heersen); de combinatie drukt dan het Romeinse begrip regnator omnium uit, de alheersende god.

NAAM: MERCURIUS VISUCIUS

VINDPLAATS: Esthal, Tholey-Wareswald

TOELICHTING: Gallo-Romeins

NAAM: MERCURIUS CISSONIUS

VINDPLAATS: Heddernheim, Rheinzabern

TOELICHTING: Oorspronkelijk Gallisch, kan door de

Germaanse buurvolken overgenomen zijn.

NAAM: MERCURIUS HRANNO

VINDPLAATS: Bonn-Hemmerich

TOELICHTING: Germaans, Suebisch?, het epitheton wordt door enige deskundigen (Wagner 1988, Rives 1999) in verbinding gebracht met Wodan.

NAAM: MERCURIUS ABGATIACUS?

VINDPLAATS: Kleinich

TOELICHTING: Gallisch of Gallo-Romeins

NAAM: MERCURIUS ARVENORIX

VINDPLAATS: Würzburg

TOELICHTING: Keltisch-Germaans, oorspronkelijk mogelijk een Germaanse god die door Gallische buren werd overgenomen.

NAAM: MERCURIUS ARVERNUS, MERCURIUS AVERNUS

VINDPLAATS: Keulen, Krefeld e.a.

TOELICHTING: Waarschijnlijk Keltisch of aan het Keltisch ontleend; omdat echter al deze votiefstenen gevonden werden in gebieden, waar Germaanse stammen woonden, kan het toch een Germaanse god zijn.

NAAM: MERCURIUS CIMBRIANUS of CIMBRIUS*

VINDPLAATS: Mainz, Heidelberg

TOELICHTING: Suebisch? Meerdere oudere bronnen menen, dat dit de god is, die Tacitus bedoelde *zie blz. 16.

NAAM: MERCURIUS ALAUNUS

VINDPLAATS: Mannheim

TOELICHTING: Oost-Germaans of mediterraan

NAAM: MERCURIUS BIGENTIUS

VINDPLAATS: Neumagen

TOELICHTING: Waarschijnlijk Gallo-Germaans

NAAM: MERCURIUS LOVANTUCARIS

VINDPLAATS: Tholey-Wareswald

TOELICHTING:?

NAAM: MERCURIUS EXCINGIORIGIATIS

VINDPLAATS: -

TOELICHTING: Keltisch

NAAM: MERCURIUS GEBRINIUS

VINDPLAATS: Bonn

TOELICHTING: Oorspronkelijk Gallisch, waarschijnlijk door de Ubiërs overnomen, dan Gallo-Germaans.

NAAM: MERCURIUS NUNDINATOR

VINDPLAATS: Wiesbaden

TOELICHTING: Kan Gallisch of Gallo-Germaans zijn, het is ook mogelijk, das Mercurius alleen wordt aangeduid als schutspatroon der handelaren.

NAAM: MERCURIUS MATUTINUS

VINDPLAATS: Saarbrücken

TOELICHTING: Romeins, mogelijk is er een verbinding met de Romeinse godin Matuta.

NAAM: MERCURIUS SENO(TENSIS?)

VINDPLAATS: -

TOELICHTING: Mogelijk Gallisch of Gallo-Germaans.

NAAM: MERCURIUS FRIAUSIUS, FRIAVSIUS

VINDPLAATS: Ubbergen (Nederland)

TOELICHTING: Germaans. Ook deze god zou bij Tacitus bedoeld kunnen zijn.

Wie er vanuit gaat, dat slechts één van deze (Gallo-) Germaanse goden terecht met Tacitus' Mercurius kan of zou moeten worden vergeleken, die heeft nu een groot probleem. Want wie van de hier talrijk genoemde goden zou dan de 'echte' Germaanse Mercurius zijn? Dat kan niet meer worden vastgesteld – wanneer het überhaupt een van de goden uit deze lijst betreft. Geen van de namen heeft in elk geval etymologisch een verbinding met Wodan. Men kan er slechts naar raden. Des te meer, omdat het niet geheel duidelijk is op welke Germaanse stam of stammen de informatie van Tacitus en zijn informant betrekking hebben.

Tijdens de militaire uiteenzettingen en de handelscontacten met de verschillende Germaanse volkeren zullen de Romeinen ook met verschillende Germaanse goden in aanraking zijn gekomen. Elke stam zal wel zijn eigen godheid hebben gehad die bij dergelijke contacten aangeroepen werd, die in dergelijke situaties bevoegd was. Omdat Mercurius daarbij voor de Romeinen de aangewezen god was en ze regelmatig vreemde met eigen goden vergeleken, ligt het voor de hand te vermoeden, dat ze al deze Germaanse goden in zulke situaties met Mercurius gelijkstelden. Die Germaanse goden moeten daarbij niet eens allen dezelfde verantwoordelijkheden hebben gehad; we weten niet, waarom de Germaanse handelaars of onderhandelaars juist die ene god van hun goden erbij betrokken. Dat hoeven niet dezelfde redenen geweest te zijn dan die van de Romeinen. In elk geval is het zeer wel mogelijk, dat al deze 'vreemde' goden vanuit Romeinse zienswijze terecht een Mercuriusstempel kregen.

Bij onderhandelingen en aanvankelijk mogelijk ook bij handelscontacten zal wel een vredesplicht afgesproken zijn; voor de Romeinen was Mercurius de aangewezen beschermheer voor deze contacten, het is echter de vraag, of de goden die Germanen hierbij betrokken, de handel of onderhandelingen als invloedssfeer hadden, of veelmeer het bewaken van de vrede, resp. het rusten van de wapenen op zich.

Het moet niet eens per se met oorlog of handel te maken hebben gehad, want bij Tongeren in België werd een klein 'Mercurius' beeldje gevonden dat drie falussen heeft – dat zal wel op een vruchtbaarheidsaspect wijzen. Welke lokale of regionale godheid daarmee bedoeld wordt? Eentje van de lijst hierboven? In elk geval niet Wodan of de Keltische god Lugh (Lugus), want daarvan is geen vruchtbaarheidsaspect bekend.

* De Sueben hadden overigens een aanvoerder die één van de voorheen genoemde godennamen droeg, namelijk Cimberius of Cimbrius; Julius Caesar meldt:

HAEC EODEM TEMPORE CAESARI MANDATA REFEREBANTUR ET LEGATI AB HAEDUIS E TA TREVERIS VENIEBANT: HAEDUI QUESTUM QUOD HARUDES, QUI NUPER IN GALLIAM TRANSPORTATI ESSENT, FINES EORUM POPULARENTUR: SESE NE OBSIDIBUS QUIDEM DATIS PACEM ARIOVISTI REDIMERE POTUISSE; TREVERI AUTEM, PAGOS CENTUM SUEBORUM AD RIPAS RHENI CONSEDISSE, QUI RHEMUM TRANSIRE CONARENTUR; HIS PRAEESSE NASUAM ET CIMBERIUM FRATRES. QUIBUS REBUS CAESAR VEHEMENTER COMMOTUS MATURANDUM SIBI EXISTIMAVIT, NE, SI NOVA MANUS SUEBORUM CUM VETERIBUS COPIIS ARIOVISTI SESE CONIUNXISSET, MINUS FACILE RESISTI POSSET. ITAQUE RE FRUMENTARIA QUAM CELERRIME POTUIT COMPARATA MAGNIS ITINERIBUS AD ARIOVISTUM CONTENDIT.

DE BELLO GALLICO, I,37

Vertaald:

Terzelfder tijd als Caesar dit antwoord ontving, kwamen gezanten der Haeduërs en Treviren aan; de Haeduërs om zich te beklagen, dat de Haruden, die zich kort geleden naar Gallië hadden verplaatst, hun gebied verwoestten – zij konden niet eens door het stellen van gijzelaars van Ariovistus de